06 230 38 985 gerard@mesmanteksten.nl
Selecteer een pagina

Struikelen

Verhalen bij Dodenherdenking

‘We struikelen er niet letterlijk, maar emotioneel over’, merkt de vertelster aan het begin van haar verhaal op. Dat zinnetje blijft mij bij. Blijft kleven. Wat een verleden heb ik daar goed beschouwd mee, in feite al meer dan een halve eeuw: emotioneel struikelen. Het woord struikelen komt naar voren, omdat de Duitse kunstenaar Gunther Demnig zijn project zo heeft genoemd: Stolperstein (struikelsteen). Een gedenksteen van 10 bij 10 cm in het trottoir, en volgens onze vertelster liggen er in de buurt naast het parkje waar wij ons bevinden enkele tientallen.

 

Stolperstein

Een paar dagen later ga ik op zoek, en ja, je moet ze echt zoeken, want de stenen in deze Eindhovense wijk zijn al behoorlijk verweerd en vormen zo een bijna natuurlijke eenheid met de omringende betontegels. Schriele sprietjes onkruid er omheen. De namen kan ik moelijk lezen, dus ik moet op mij buigen om het goed te kunnen zien: ‘Hier woonde Bernhard Goedhart, geb. 1890, gedeporteerd 1943, Auswitz, vermoord 31.1.1944’. En daarnaast zijn vrouw Seline Goedhart-Cohen en dochter Evaline, die zijn lot delen op dezelfde dag in januari in het verre Polen. Goedhart. Ik kom er toevallig bij uit: Goedhart. In Eindhoven liggen 251 struikelstenen. De projectgroep heeft de moeite genomen om alle namen te voorzien van een korte biografie, die opgetekend zijn in het boek ‘Ze waren onze buren’. Daar lees ik dat de zoon van Bernard en Seline Goedhart het beruchte concentratiekamp wel heeft overleefd. Ik sta even stil bij dit mini-monument en kijk op naar het huis waar zij ooit woonden. Waarschijnlijk zag het er toen ook al zo uit.

 

Hornemann

De verhalen kennen we, maar het went niet. ‘Ik geloof dat ik niet zo van het herdenken ben, want het doet me teveel’, zegt een van de deelnemers van ons kleine groepje dat op 4 mei in het Lex en Edo Hornemannplantsoen bij elkaar komt. Ik ken de plek, maar het sobere monument is me nog nooit opgevallen. Een plantsoen dat grenst aan nog een strook weldadig stadsgroen dat de naam draagt van het bekendste slachtoffer uit het hele land, en ver daar buiten: Anne Frank. De broers Lex en Edo halen het einde van oorlog net niet, en worden zo niet ouder dan 12 en 8 jaar. De verhalen zijn bekend. De verhalen zijn hard. We lopen naar een ruimte waar we luisteren naar verhalen uit die tijd, over daar in Polen en Duitsland waar de verteller ons in meeneemt. En we luisteren naar de vertelster, die ons meeneemt naar de kampen waar haar oma en moeder de oorlog moesten doorbrengen. Ver weg in de zo paradijslijk klinkende ‘Gordel van Smaragd’; Nederlands-Indië.

 

Primo Levi

Op een vreemde manier worden het verhalen waar de hoop toch weer naar boven komt. We eten een sobere maaltijd van een goed gevulde en pittig gekruide soep met wat stokbrood, waar we kruidenboter uit een plastickuipje van een grootgrutter op kunnen smeren. Ondanks onze goed gevulde soep, kan ik niet anders dan denken aan de koolsoep die Primo Levi in ‘Se questo è un uomo’ (onder andere vertaald als ‘Is dit een mens’) uitvoerig beschrijft in zijn relaas over zijn verblijf in Auswitz II; het aparte deel dat bestemd was voor degenen die zwaar werk konden verzetten. Een soep die die naam niet kan dragen, omdat de weinige koolbladeren die er sowieso in zaten, er in de ‘hiërarchie van leven en dood’ al door de eersten in die rangschikking zijn uitgehaald. Wat overblijft is water met een smaak die slechts in de verte doet denken aan eten. Met deze hoofdmaaltijd moesten ze het dan weer een dag zien uit te houden, tijdens de zware slavenarbeid die de gevangen moesten verrichten. Wij ronden onze maaltijd intussen af en luisteren -onderbroken door ter plekke gespeelde muziekfragmenten op saxofoon en gitaar- in de voormalige kloosterkapel naar de oorlogsverhalen. En ik denk onderwijl nog aan de schrijver van het boek die de vraag blijft stellen, naar wat de mens is. Hij overleeft het kamp, hij overleeft de barre tocht door Oost-Europa op weg naar zijn vaderland, maar hij overleeft de vrede uiteindelijk niet, omdat hij op 67-jarige leeftijd van de trap valt. Gestruikeld of gevallen over het verleden dat hem niet meer los liet?

 

Hoop?

Het verhaal van de verteller heeft een wonderlijke afloop met een gelukkig toeval bij een ontmoeting in New York. Het verhaal van de vertelster eindigt met het toeval waarin de nakomeling van een kampbewoonster de nakomeling een kampbewaker ontmoet, maar daar pas achter komen als ze een indrukwekkend postitief gesprek hebben gevoerd. De ontmoeting schuurt daarna wel degelijk, maar biedt door het opgebouwde respect toch een uitweg naar verbinding. De hoop is in de vertelde verhalen in elk geval meer aanwezig dan in al die biografieën over die Eindhovenaren die nooit meer terug zijn gekomen. Zo blijf ik ook deze avond struikelen.

De verhalen werden op donderdag 4 mei 2017 verteld door AnneMargriet Veldhorst  en Dick van der Pijl in het Lex en Edo Hornemannplantsoen tegen het centrum van Eindhoven aan, en in het daar vlakbij gelegen voormalige klooster dat nu in gebruik is als gezondheidscentrum aan de Jan Smitzlaan. De muzikale intermezzo’s werden gespeeld door Guido Swart.

Uitgebreide informatie over de struikelstenen in Eindhoven, vind je op hun website. Daar kun je ook het boek ‘Ze waren onze buren. De verhalen achter de namen op de struikelstenen’ bestellen voor slechts 10 euro. Het is een zorgvuldig vormgegeven boek met naast de genoemde biografieën aandacht voor de joodse gemeenschap in de stad, waaronder ook de in 1959 afgebroken synagoge in de Kerkstraat naast de Catharinakerk.

Het boek ‘Is dit een mens’ door de Italiaans-joodse schrijver Primo Levi heb ik gelezen als onderdeel van het drieluik waarin tevens ‘Het respijt’ (over de lange zwerftocht door Oost-Europa na de bevrijding uit Auschwitz) en zijn laatste boek ‘De verdronkenen en geredden’ met essays over de vernietigingskampen. Een uitgave uit 1999 door Meulenhoff. De beschouwende en terughoudende schrijfwijze van Levi maken de boeken over deze sinistere geschiedenis leesbaar, ook al blijft het verteren een zware gang en heeft het een blijvende invloed op de manier waarop je naar je medemens en jezelf kijkt.

De vernietiging-, concentratie- en werkkampen in nazi-Duitsland en de bezette gebieden.